Na ons bezoek aan de Milford Sounds en een rustig middag op een camping in Te Anau vervolgen we de volgende dag, 29 december, onze weg via de Southern Scenic Route, die vanaf Te Anau zo’n 300 km langs het meest Zuidelijke stukje Nieuw Zeeland tot aan Dunedin loopt. Onze eerste stop wordt Invercargill omdat we morgen Steward Island gaan bezoeken. De route is mooi, vanuit de Sounds met haar hoge, soms wat donkere bergen, komen we in lagere en dus groenere bergen. De schaapjes die we een beetje hadden gemist sinds het Noordereiland zijn weer in grote getallen terug, ze grazen op weilanden, heuvels en zelfs de schuinste bergwanden, als er maar gras is, lijken ze te denken. Na zo’n 120 km komt ook de zee weer in zicht, de heldere blauwe Pacific Ocean straalt ons geholpen door de zon tegemoet en we stoppen even om pootje te baden.

Aan het eind van de middag komen we aan in Invercargill, één van de meest zuidelijk gelegen steden ter wereld. De stad is door de stichters groot opgezet met als doel een grote handelsstad te worden, het inwoners aantal is echter terug gelopen en de stad is nu vooral erg groot en doet ons eerlijk gezet wat triest aan en we besluiten het sightseeën over te slaan en onze camping net buiten het centrum op te zoeken. De camping is gelukkig niet zo triestig en we zijn één van de weinige kampeerders dus we hebben lekker de ruimte. De volgende ochtend vertrekken we op tijd voor onze dagtrip naar Stewart Island, het is 20 minuutjes rijden naar het haventje in Bluff.

We hebben vooraf de tickets voor de ferry heen en terug gekocht en moetenalleen nog inchecken, we plannen dus om precies op tijd in Bluff aan te komen. In onze planning houden we echter geen rekening met langzaam rijdende auto’s voor ons en een volle parkeerplaats. Het wordt dus weer haasten om op tijd op de ferry te zijn, maar het is gelukt.

Stewart Island ligt in het uiterste zuiden, 30 km uit de kust van het Zuidereiland. Het heeft een oppervlakte van 1.746 km2 waarvan 85% een National park is, er wonen maar 400 mensen en is vooral geliefd om zijn flora en fauna. We willen op het eiland fietsen huren, maar zien op de ferry dat je ook een autootje kan huren en dat lijkt ons ook wel leuk.
Eenmaal aangekomen snellen we ons naar het bezoekers centrum waar helaas blijkt dat er geen auto’s meer beschikbaar zijn en dat ze geen kinderzitje voor op de fiets hebben. Hmmm….. dat wordt dus toch wandelen. Gelukkig hebben ze een “Mountain Buggy” te leen waarmee we volgens de vriendelijke dame alle wegen rond de baaien goed kunnen bewandelen. We gaan maar meteen aan de wandel en komen al snel bij mooie gouden zandstranden, die hebben we hier in NZ niet veel gezien, dus Reza wil er graag even in spelen. We picknicken en spelen wat en vervolgen onze weg naar de volgende baai. Na een uurtje over het asfalt komen we langs het begin van een wandelroute van 3,5 km, het paadje ziet er goed genoeg begaanbaar uit voor de Mountain Buggy dus besluiten er voor te gaan. De eerst kilometer gaat vrij vlotjes, deze wandel route is veel leuker en mooier dan het asfalt en we kijken onze ogen uit, naar mate de route vordert komen er toch ook wat minder buggy-schikte weggetjes stijl omhoog, of juist half bedekt met treden (of boomwortels) schijn omlaag.

Mike traint naast de kuitspieren dit keer ook zijn armspieren en Reza moet soms echt even zelf lopen, wat ze gelukkig ook nog zonder al te veel morren doet. Aan het eindpunt van de route blijkt dat we er toch langer over hebben gedaan dan we hadden verwacht (dat krijg je met al die mooie vergezichten en moeilijke paadjes). We moeten echt om 15 uur terug zijn
voor de ferry dus de laatste drie asfalt kilometers gaat de pas erin, Reza is inmiddels in slaap gevallen, dus Mike duwt zich een ongeluk (en is toch nog sneller boven dan Fleur, man-power??). Onze inspanning is niet voor niks, we zijn zo op tijd dat we nog een koud biertje kunnen bestellen om af te koelen voordat we de ferry op gaan.

Vanaf Bluff rijden we nog 1,5 uur verder over de scenic route naar onze camping die ligt gelegen in de “Catlins” een groot natuur gebied, waar we alleen doorheen zullen rijden. De rit is verrassend genoeg weer heel anders dan de dag daarvoor, het is hier weer iets ruiger (geen schaapjes) en we rijden door meer dichte naald bossen. Onze camping hebben we gekozen omdat we alvast iets meer in de richting van Dunedin willen komen en omdat er
verder in de omgeving weinig keus is. De camping ligt zomaar aan de rand van de weg, eigenlijk een beetje in de middle of no-where (geen telefoon en internet), maar is druk bezocht. Prima plekje voor de nacht en de volgende ochtend, oudejaarsdag, vertrekken we rustig naar Dunedin. We rijden weer verder op de scenic route en het is echt waar, je kijkt je ogen uit. We laten het woeste van de Catlins achter ons, de heuvels met schaapjes nemen weer toe en we krijgen de zee weer in beeld. Rechts zee, links groene heuvel met schapen en dat kilometers lang, het lijkt wel een natuurfilm.

We komen aan het begin van de middag aan in Dunedin, de stad maakt zich klaar voor oudejaarsavond, wat wegen zijn afgezet en niet alle winkels zijn open. We vinden dit een gezellige stad, veel leuker om door te wandelen dat de eerdere stadjes die we zagen. We wandelen wat rond en stoppen even bij de Nieuw Zeelandse Bever Sport waar ze leuke “Holiday Season sale” hebben, outdoor shopping J. We gaan op tijd naar onze camping voor de komende twee nachten. Het blijkt niet de mooiste camping die we tot nu hebben gehad, vooral deze avond veel campers op een rij, maar we hebben een leuk stukje gras achter de camper en maken het ons eigen plekje. Als we aankomen schijnt de zon nog, maar in de loop van de avond begint het te stortregen dus we brengen oudejaarsavond, met onze boeken en een uurtje Top 2000, door in de camper. Net voor 12-en wordt het droog dus om 23:59 begeven wij ons, gewapend met champagne fles naar buiten. 00:00 zijn wij de enige twee mensen die buiten staan (zit iedereen in z’n camper??) vanachter de bomen zien we vuurwerk oplichten dat uit de stad lijkt te komen, maar wij kunnen het vanaf onze locatie niet zien. Dan maar samen proosten op een mooi 2015!! Lieve mama belt nog even en dat is even heel gezellig 🙂 De fles gaat leeg en we liggen om 01:30 in bed. 1 januari is een rustdag, we slapen uit, maken een duik in het binnenzwembadje, gaan een paar keer naar de speeltuin, lezen een boekje en plannen de laatste week van onze kamperreis…

We gaan de komende dagen noordelijk op weg naar Kaikoura waar we hopen op onze één na laatste camper dag dolfijnen te gaan zien. Vandaag is even een wat langere rit van zo’n 220 km. We stoppen zonderweg in het stadje Oamaru, hier huist een zeldzame blauw pinguïn kolonie die overdag op zee is en met zonsondergang aan land komt. Dat laatste kunnen wij niet zien, maar we bezoeken wel het bezoekerscentrum waar een paar pinguïns op hun nest zitten. We lunchen op z’n Nieuw Zeelands met lamsbout en zalmfilet, lekker veel aardappelpuree, frietjes en gekookte groenten. Oamaru heeft naast pinguïns een historisch victoriaans centrum waar we een kijkje nemen, er zitten nu veel kleine antiek winkeltjes (of prullaria) en er rijdt een stoomtreintje. Vrij prominent aanwezig is het Steam Punk museum (bekijk de foto’s maar). Oamaru is ook de stad waar schrijfster Janet Frame is
opgegroeid (voor Nini), helaas realiseer ik me als we bijna het stadje uitrijden dat we even zouden stoppen bij haar huis voor een foto. In de middag rijden we verder naar Geraldine, een klein stadje aan het begin van de Inland Scenic Route die we morgen verder naar het Noorden zullen volgen. In verband met de feestdagen is het stadje zelf een beetje stil, onze camping daarin tegen is lekker vol, we staan hutje mutje.

3 Replies to “Van Steward Island naar 2015”

  1. Mooi verslag weer, Fleur.
    Dan zal ik toch zelf naar Oamaru moeten reizen om die foto te maken en de wandeling van anderhalf uur langs de verschillende plekken, die Janet in haar boeken beschrijft.

    Mooie foto van Reza met wapperende haren, helemaal aangepast aan de omgeving.

    Kus , Nini en Ton

  2. Een gezond,fijn gelukkig 2015 Mike,Fleur en Reza,mooi weer en prachtige plaatjes zoals elke keer. We blijven genieten hoor,ga zo door. Wat een prachtig land.jullie kunnen er nog een weekje van genieten.hier valt t weer best mee voor januari regen… nog een fijne voortzetting van jullie. Wereldreis,dikke xxx van de achterblijvers in Alphen ad rijn

  3. Hej Fleur, Reza and Mike!!!

    I dont understand a word but I love your pictures and I love to see you there. Enjoy your last days “down under”. Here it “snews”.

    Big hug and lots of kusjes from all of us!
    Pia and family

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.